Expertisecentrum Prader-Willi syndroom

Expertisecentrum Prader-Willi syndroom logoExpertisecentrum Prader-Willi syndroom logo en titel

Professionals

filter op:
Leeftijd

Oxytocine onderzoek

Trefwoorden:
Leeftijd:

Het PWS-team van Stichting Kind en Groei heeft in de oxytocinestudie de effecten van oxytocine neusspray op het sociale gedrag en eetgedrag van kinderen met PWS onderzocht. In december 2015 is de oxytocinestudie afgerond.

Oxytocine is een hormoon dat wordt gemaakt door neuronen in de hersenen. Uit eerder onderzoek is gebleken dat oxytocine onder andere invloed heeft op de regulering van de eetlust, het lichaamsgewicht en het sociale gedrag. Bij mensen met PWS is het aantal neuronen dat oxytocine maakt 42% lager dan bij mensen zonder PWS. Dit zou een mogelijke verklaring kunnen zijn voor de toegenomen eetlust en het gedragspatroon dat we bij veel kinderen en (jong)volwassenen met PWS zien.

In totaal deden 25 kinderen met PWS van 6 tot 14 jaar mee met het onderzoek. Alle kinderen kregen gedurende 4 weken oxytocine neusspray en gedurende 4 weken een placebo neusspray. Bij ieder ziekenhuisbezoek werd nuchter bloed geprikt en de kinderen werden bij ieder ziekenhuisbezoek gewogen en gemeten. Na het bloed prikken kregen de kinderen een gestandaardiseerd ontbijt. Ouders werden gevraagd vragenlijsten in te vullen over het sociale gedrag en het eetgedrag. Ook werd een DEXA scan en een MRI gemaakt. De resultaten van de MRI’s worden nog geanalyseerd en volgen later.

Resultaten

In de totale groep van 25 kinderen met PWS tussen de 6 en 14 jaar oud werd geen effect van oxytocine versus placebo op het sociale gedrag, de voedsel inname of de verzadiging gevonden. Bij kinderen jonger dan 11 jaar werd een positieve effect van oxytocine gezien. In vergelijking met placebo waren kinderen tijdens 4 weken oxytocine minder vaak boos of verdrietig en hadden zij minder conflicten. Ook was er minder voedselgerelateerd gedrag. Bij kinderen ouder dan 11 jaar werden de positieve effecten op sociaal gedrag en eetgedrag niet gevonden. Er waren tijdens de studie geen bijwerkingen van oxytocine.

Conclusie

Oxytocine neusspray heeft een positief effect op het sociaal gedrag en voedselgerelateerd gedrag van kinderen van 6 tot 11 jaar, maar niet bij kinderen van 11 tot 14 jaar. Dit verschil in effectiviteit heeft mogelijk te maken met de dosering van oxytocine, de duur van behandeling of de invloed van puberteitshormonen. Oxytocine lijkt een veelbelovend middel voor kinderen met PWS. Om erachter te komen waarom het effect van oxytocine afhankelijk lijkt te zijn van de leeftijd, is meer onderzoek nodig. Momenteel wordt dan ook hard gewerkt aan het opstarten van een nieuw onderzoek naar de effecten van oxytocine bij kinderen met PWS. In dat onderzoek zullen onder andere verschillende doseringen oxytocine worden onderzocht en gedurende langere tijd.

De Oxytocine studie werd gefinancierd door het Prader-Willi Fonds en Stichting Kind en Groei.

Overige artikelen

Skinpicking is het pulken en krabben aan de huid. Dit gebeurt met name aan lichaamsdelen waar kinderen goed bij kunnen, zoals het gezicht, armen, handen, benen en voeten. In perioden van spanning kan dit gedrag toenemen bij kinderen met het PWS.

Er worden regelmatig driftbuien gezien bij mensen met PWS. Soms kan het aantal driftbuien verminderd worden of kunnen deze milder verlopen door voorzorgsmaatregelen te nemen.

Een opvallende gedraging binnen PWS is het gedrag rondom het eten. Doordat kinderen met PWS een onverzadigde eetlust (hyperfagie) hebben, kan het kind de volgende gedragingen laten zien: het zoeken naar eten, het verzamelen en verstoppen van eten, herhalend vragen stellen over eten, het stelen van eten, bijvoorbeeld van klasgenoten of thuis.

Bij kinderen en volwassenen met PWS komt het herhalen van (dezelfde) vragen, ook wel repetitief vragen, veel voor. Repetitief vragen ontstaat door onduidelijkheid: de persoon snapt de informatie niet, er is een teveel aan informatie/prikkels of de informatie verstoort hun dagelijkse ritme. Ook repetitief vertellen wordt vaak gezien bij mensen met PWS.

Rigiditeit is het star zijn in gedrag. Voorbeelden hiervan zijn het star vasthouden aan de dagstructuur, maar ook kleinere dingen als een vaste volgorde van aankleden of het symmetrisch strikken van de veters. Mensen met PWS willen dat de dag gaat zoals gepland is en bij veranderingen vragen zij (continu) wat er gaat gebeuren.

Er is relatief meer onderzoek beschikbaar over gedragsproblemen gerelateerd aan PWS bij kinderen dan bij volwassenen.

Toon meer resultaten