Expertisecentrum Prader-Willi syndroom

Expertisecentrum Prader-Willi syndroom logoExpertisecentrum Prader-Willi syndroom logo en titel

Professionals

filter op:
Leeftijd

Bij het stellen van de diagnose PWS is onderzoek van de chromosomen noodzakelijk. Er wordt gekeken of een bepaald stukje genetische informatie, dat iedereen van zijn beide ouders krijgt, goed tot uiting komt. De klinisch geneticus doet dit onderzoek. Hiervoor is bloed van het kind nodig. Zodra bekend is dat een kind PWS heeft, wordt verder onderzoek gedaan naar de precieze oorzaak van het ontbreken van het stukje genetische informatie. Hiervoor is bloed van de ouders nodig.

Er zijn in Nederland vier centra die de genetische diagnose ‘Prader-Willi syndroom’ kunnen stellen: Erasmus Medisch Centrum Rotterdam, Radboud Universitair Medisch Centrum Nijmegen, Amsterdam Medisch Centrum en Maastricht Universitair Medisch Centrum. De test wordt gedaan in een klinisch genetisch laboratorium. Bij verdenking op PWS wordt bloed afgenomen bij het kind voor genetisch onderzoek. Allereerst wordt een DNA-methylatietest gedaan. Hiermee kan met 99% zekerheid vastgesteld worden of er sprake is van PWS.

Lees meer

Een DNA-methylatietest is gebaseerd op imprinting. Imprinting is het proces waardoor een stukje informatie op het chromosoom tot uiting komt als het van een specifieke ouder is. Bij een normale ontwikkeling zouden er bepaalde stukjes informatie van moeder tot uiting komen en bepaalde stukjes van vader. Bij PWS is er alleen imprinting van het moederlijk chromosoom 15 in het PWS specifieke gedeelte. Hierdoor komen alleen de stukjes informatie van moeder tot uiting. De vaderlijke imprinting ontbreekt en deze stukjes informatie komen dus niet tot uiting.
Met de DNA-methylatietest kan alleen de imprinting zichtbaar gemaakt worden. Er kan dus geen onderscheid gemaakt worden tussen een deletie, mUPD, afleesstoornis of translocatie. Hiervoor is een andere test beschikbaar, de MLPA (methylatie specifieke multiplex ligatie PCR).

MPLA
De MLPA is tegenwoordig de meest gebruikte test om de precieze oorzaak van PWS te achterhalen. Met behulp van deze test kan gekeken worden naar de imprinting. Daarnaast wordt getest of er sprake is van een deletie, mUPD, afleesstoornis of translocatie. Ook kan er op grond van de grootte van de deletie twee typen worden onderscheiden, namelijk type 1 en type 2. Voor de MLPA-test is ook bloed van ouders nodig.

Herhalingsrisico 
In gezinnen met een kind met PWS kan prenataal onderzoek uitgevoerd worden tijdens een volgende zwangerschap. Een klinisch geneticus kan hier meer informatie over geven.

Tot slot
Wanneer de diagnose PWS wordt vastgesteld, brengt dit veel vragen met zich mee. Een vraag die in ieder geval beantwoord kan worden, is dat PWS niet door één van de ouders wordt veroorzaakt. Het is het resultaat van een foutieve wisselwerking van vaderlijke én moederlijke chromosomen. Deze wisselwerking ontstaat meestal per toeval, met name als er sprake is van een deletie of mUPD.

Overige artikelen

Familieleden van personen met Prader-Willi syndroom (PWS) ervaren gedurende hun leven vaker psychotrauma’s en vertonen vaker tekenen van posttraumatische stressstoornis (PTSS). Deze klachten zijn regelmatig ook toe te schrijven aan PWS-gerelateerde ervaringen. Roubos en collega’s, verbonden aan het Centrum voor Neuropsychiatrie van Vincent van Gogh in Venray, onderzochten dit. Vroege herkenning/signalering van symptomen kan familieleden helpen om op tijd hulp te zoeken en voorkomt mogelijk het ontwikkelen van PTSS. Waarschijnlijk geldt dit ook voor gelijksoortige congenitale aandoeningen

Eindelijk mogen we groeihormoon (GH) voorschrijven aan volwassenen met Prader-Willi syndroom, ook aan de volwassenen die niet hebben meegedaan aan de studies van Kind en Groei.

In juli 2019 verscheen “Up to date over Prader-Willi syndroom”, een overzicht van de meest recente inzichten over het gedrag en de begeleidingsbehoefte van volwassenen met Prader-Willi syndroom (PWS). Vilans stelde het overzicht samen, in opdracht van het Prader-Willi Fonds.

Sinds 2002 wordt in Nederland door Stichting Kind en Groei de Landelijke Groeihormoonstudie verricht voor kinderen met PWS. In 2016 is Renske Kuppens gepromoveerd op de studie New Treatment perspectives in Prader-Willi syndrome.

Het PWS-team van Stichting Kind en Groei heeft in de oxytocinestudie de effecten van oxytocine neusspray op het sociale gedrag en eetgedrag van kinderen met PWS onderzocht. In december 2015 is de oxytocinestudie afgerond.

Sinds 2002 wordt in Nederland door Stichting Kind en Groei de Landelijke Groeihormoonstudie verricht voor kinderen met PWS. In 2019 is Stephany Donze gepromoveerd op de studie Prader-Willi Syndrome: Advancing knowledge about the effects of growth hormone treatment in children and young adults.

Dit proefschrift geeft een overzicht van de resultaten van 6 studies die we in de afgelopen jaren hebben verricht bij kinderen en jongvolwassenen met Prader-Willi syndroom (PWS). Het belangrijkste doel was het vergroten van de kennis over PWS en het optimaliseren van de zorg voor kinderen en jongvolwassenen met PWS en hun gezin. In dit artikel geven we een samenvatting van de resultaten van de verrichte studies.

Toon meer resultaten